Dumping

Dumpingssyndroom

Een vaak voorkomende klacht na een gastric bypass is het dumping syndroom. Alhoewel er technisch gezien bij een gastric sleeve geen dumping syndroom beschreven wordt zijn er toch voorbeelden van mensen die last hebben van dumpingklachten. Vooral wanneer je te veel of te zoet gegeten hebt.

Ongemakken die hierbij gepaard gaan zijn:

  • Buikpijn;
  • Een opgeblazen gevoel;
  • Misselijkheid;
  • Hartkloppingen;
  • Trillingen;
  • Zweten;
  • Flauwvallen.


Dit komt door een te snelle maaglediging. Het voedsel wordt niet meer in kleine hoeveelheden aan de dunne darm afgegeven. Integendeel, grotere brokken komen onverteerd in de dunne darm terecht.

Wat is dumping?

Met dumping bedoelen we de klachten die ontstaan na een te snelle maagontlediging (soms in combinatie met een onjuiste afgifte van insuline). Vooral suiker- en vetrijke producten zullen klachten geven nadat ze onverteerd in de dunne darm terechtkomen. Dumping kan als bijwerking optreden bij een operatie voor overgewicht. Bij een gastric sleeve kan het voorkomen dat het maagklepje niet altijd goed sluit. Bij een gastric bypassoperatie is de werking van het maagklepje tussen de maag en darm afwezig. Beide gevallen zorgen voor een versnelde maagontlediging en vergroten de kans op dumping.

Twee soorten dumpingklachten

1. Vroege dumpingklachten

Deze klachten ontstaan binnen 30 tot 60 minuten na de maaltijd. Het voedsel wordt niet goed fijngemalen in de maag en komt dan in grote hoeveelheden tegelijk in de dunne darm. Deze sterk geconcentreerde voeding trekt in de dunne darm veel vocht aan. Dit vocht wordt onttrokken vanuit de omliggende bloedvaten en zorgt hierdoor voor (dumping)klachten.

Hierdoor krijgt u last van:

  • Een vol gevoel;
  • Buikpijn en darmkrampen;
  • Diarree.
  • Bovendien daalt uw bloeddruk doordat er veel vocht wordt onttrokken aan de bloedvaten. Als gevolg van deze bloeddrukdaling ontstaan klachten als:
    • Hartkloppingen;
    • Duizeligheid;
    • Zwaktegevoel;
    • Sufheid. 


2. Late dumpingklachten

Deze klachten ontstaan anderhalf tot soms zelfs drie uur na de maaltijd. Normaal gesproken duurt het twee tot drie uur voordat voedsel de maag verlaat. Als (een deel van) de maag is verwijderd, komt voedsel echter veel sneller aan in de dunne darm. Door deze versnelling zijn de productie van insuline en de stijging van de bloedsuikerspiegel door het eten, niet meer op elkaar afgestemd. Suikers worden versneld opgenomen, maar een hoge bloedsuikerspiegel vraagt om de productie van insuline. Deze productie komt te laat op gang. Hierdoor wordt nog steeds insuline geproduceerd terwijl de bloedsuikers al uit de bloedbaan zijn verdwenen. Deze situatie lijkt op een suikertekort bij mensen met diabetes (suikerziekte).

De volgende klachten kunnen ontstaan:

  • Lage bloedsuikers;
  • Zweten (‘koud zweet’);
  • Onrustig gevoel en trillen;
  • Duizeligheid;
  • Geeuwhonger;
  • Hartkloppingen;
  • Soms flauwvallen.

Behandeling van dumpingklachten

Als je klachten hebt, kun je het beste even gaan liggen na de maaltijd. Het lichaam lost de klachten vanzelf op. Veel klachten kunnen voorkomen worden of verminderen door onderstaande tips en adviezen. Het is verstandig om uw eetgewoontes aan te passen. Het is per patiënt verschillend of en in welke mate klachten ontstaan. Je kunt zelf het beste uitvinden wat en hoeveel je wel en niet kunt eten. Meestal verminderen de klachten na verloop van tijd doordat het lichaam zich aanpast.

Dit zijn voedingsadviezen die klachten kunnen verminderen en zelfs voorkomen:

  • Eet traag en rustig. Kauw het voedsel goed. Geen grote brokken doorslikken.
  • Drink niet tijdens of vlak na de maaltijd. Wacht 20 tot 30 minuten.
  • Soep niet net voor de maaltijd drinken, maar een uur tevoren.
  • Aangezien de nieuwgevormde maag zeer klein is, eet je het beste 6 tot 8 kleine maaltijden per dag in plaats van 3 grotere maaltijden per dag. Te grote porties geven meer kans op dumping. Frequent kleinere maaltijden vergroten ook de mogelijkheid om alle noodzakelijke voedingsstoffen te ontvangen.
  • Vetrijke maaltijden (bijvoorbeeld friet of pizza) en vetrijke producten (chocolade, croissants, cake, gebak etc.) worden minder goed verteerd en minder goed opgenomen. Ze vergroten ook de kans op dumping.
  • Vermijdt suikerrijke voedingsmiddelen zoals gewone suiker, bruine suiker, kandijsuiker, suiker in cake, koek, chocolade en frisdrank.
  • Geef de voorkeur aan volkoren producten (indien deze goed verdragen worden) zoals donker brood, volkorenpasta, volkoren rijst. Deze gaan minder snel dumping veroorzaken dan hun witte geraffineerde soorten.
  • Maximaal 2 stuks fruit per dag;
  • Maximaal 3 x 150 ml zuivel. Gebruik naturel zuivelproducten. Houden de klachten aan? Probeer dan zuurdere zuivelproducten zoals karnemelk, magere kwark en magere yoghurt.