Koolhydraten

Verschil tussen langzame en snelle koolhydraten
 
  • Snelle koolhydraten komen “snel” in uw bloed terecht. Ze zorgen voor een piek, maar worden ook weer snel afgebroken, waarbij u een daling krijgt in uw bloedsuikerspiegel. Hierdoor kunt u zich slap, trillerig en lusteloos voelen en snelle koolhydraten kunnen ook dumpingen veroorzaken. Voorbeelden van snelle koolhydraten zijn: suiker, frisdrank, snoep, snacks, gebak, wit brood, ontbijtkoek en limonadesiroop. 
 
  • Langzame koolhydraten bevatten veel vezels (ook weer goed voor uw stoelgang), zorgen voor een vol gevoel en worden langzaam afgebroken door uw lichaam. Deze komen dus niet snel in uw bloed terecht, waardoor de bloedsuikerspiegel stabiel blijft. Voorbeelden van langzame koolhydraten zijn: fruit, noten, havermout, volkorenbrood en zilvervliesrijst.